De Schééper nr. 48 - maart 2001
Korte samenvatting van
het recent verschenen nummer van De Schééper:
In een gesprek met een echte Reuselse laat Thijs van der Zanden deze
keer de 72-jarige Anna van Herk-Lauwers, een dochter van Prinsen Girt en
Jana van Sieme Hoek, aan het woord.
Vruuger op school deed ik het liefste handwerken. In taal en rekenen was
ik niet zo goed. Wat ik geleerd had kon ik niet zo goed onthouwen. Ik was
bang dat ik het 's anderendaags weer vergeten was. Op school durfde ik ook
nooit veul te zeggen. Later toen ik naar de fabriek ging heb ik dé wel goed
gemôkt. Vanaf toen ben ik niet op m'n mundje gevallen en niet mér bang um
vur men mening uit te komme.
Over haar kinderjaren vertelt ze: Onze pa had een boerderij aan de Kattenbos.
Hij heeft samen met ons moeder, zoals alle boeren vroeger, heel hard moeten
werken om de kost te verdienen voor zijn zeven kénder. We hadden een boerderij
mee ruim 15 koeien. Onze grond lag voor het grootste deel in 't Beleven
en bij 't Zwartven. Bij ons thuis waren er drie kénder die ouder waren dan
ik en drie kénder die jonger waren. Ons Lies, onze Piet en ons Miet zijn
de oudste kénder en ons Nel, onze Sieme en onze Harrie de jongste.
Hanna en Drieka praten elkaar bij over o.a. de gebeurtenissen rond
de opening van het nieuwe gemeentehuis in Reusel in december 2000.
Louis Vosters beschrijft in Ge hurt of zie gin stertje mer de wetenswaardigheden
van de doodgraver; de doodgraver uit de familie van de aaskevers wel te
verstaan!
De naam Castelijns komt een enkele keer in Reusel voor, maar is vooral inheems
in Hoogeloon en in mindere mate in Eersel. Er komen nogal wat varianten
van deze naam voor die we her en der in Nederland en België aan kunnen treffen:
Castelijn, Casteleyn, Casteleyns, Kastelein, Kasteleijns, Kastelijn (vaak
in Best), Kastelijns (vaak in Oosterhout). In België kun je bijvoorbeeld
nog varianten aantreffen als Castelain, Casselein, Chatteleyn, enz. Wil
je meer te weten komen over de achtergronden van de naam Castelijns dan
moet je zeker het artikel Waar komen onze achternamen vandaan? van
Wim van Gompel lezen.
Bent u ook zo benieuwd naar de herkomst van de Reuselse scheldwoorden halvegoare,
hangéézer, hangkont, Hannesworst, haojkneuter, horzak, hengst, herrieschupper
enz.?
Dan kun je niet zonder de kostelijke rubriek Schelle du nie zeer…van
Graard Janssen.
In de reeks Wat is dit? beschrijven Jan Kokken en Pieter Wouters
deze keer twee voorwerpen uit de omvangrijke collectie materiële volkskunde
waarvan ze wel het gebruik en de toepassing vermoeden maar er niet voldoende
zeker van zijn. Wie kan hun meer informatie verschaffen over de twee voorwerpen?
In Een Reuselse familie in beeld heeft Jo Hendrikx foto's verzameld
van de familie Joan van Gorp (Haoverzak) en Anneke van Poppel.
Pieter Wouters geeft in Oud Reusel een overzicht van de archeologische
opgravingen en activiteiten van na 9 juni 1997. Hij schrijft o.a.: De
'praktijkopleiding' die we hebben gekregen door drie jaar mee te helpen
bij de echte opgravingen in het centrum zijn zeer goed van pas gekomen.
We wisten nu hoe het moest. Maar onder, vaak zeer grote, tijdsdruk achter
een kraan aan werken is toch nog wat anders. Gelukkig hebben we op alle
plaatsen op één na toestemming gekregen van de uitvoerders om ook daadwerkelijk
mee te kijken in de diverse bouwputten. Daarvoor nog onze hartelijke dank.
De naam Weijer duidt op de aanwezigheid van 'n weijer of vijver. De vijver
bij 't Weijereind, die allang verdwenen is, was vanaf de middeleeuwen tot
halfweg de 17e eeuw eigendom van de paters Norbertijnen van Postel. Ze kweekten
er vis. Vis, die op de vele vasten- en onthoudingsdagen, door de kloosterlingen
gegeten of verhandeld werd.
Tot het midden van de 20ste eeuw was 't Weijereind een zandstraat. Het zuidelijke
gedeelte van de Kruisstraat en het voorste van de Sleutelstraat werden tot
dan Weijereind genoemd. Nu loopt 't Weijereind van einde Kruisstraat tot
aan de Hamelendijk.
Zo begint Joan Jansen zijn beschrijving over het Weijereind door de jaren
heen, in de serie De straat zoals die vroeger was en haar bewoners.
In een met diverse foto's gelardeerd artikel volgt een beschrijving van
de bewoners Jan Antonisse, Jaoneke en Leentje van den Hout, Kees van Kemenade,
Jan Dirkx, Sjef de Laat, Jan Wouters, de familie Van der Heijden Jan en
Kees Vrijsen en tot slot, Jozef Minnen.
Het dialectwoord 'maol', waar Wim van Gompel het in Het Reusels dialect
over heeft, is in ieder geval erg oud. Maol is (was) een echt boerenwoord.
In Reusel bedoelen ze er een koe mee van negen maanden tot twee jaar, die
nog niet gekalfd heeft. Het is een door en door agrarische vakterm. Het
woord maol kwam al voor in de Lex Salica als mala.
Ook in de negende aflevering wil Graard Janssen weten: Is de post al
geweest? In deze aflevering komen naast de bestellers Gerrit Roest,
Ad van Kemenade, Willy Tielemans, Harrie Lavrijsen en Toon Fiers, de part-timewerkers
Nico Venema, Ad van Dooren en Josef Janssen aan bod.
Zoals gebruikelijk eindigt De Schééper met het artikel Neffe 't pötje
gepist?
In het procesverbalenboek van veldwachter Jan Imants beschrijft Aad Martens
twee processen tegen Nicolaas Sol. Het ene proces is uit 1875 en het andere
uit 1884. Het verbaal uit 1875 werd opgemaakt vanwege clandestiene jacht
door Nicolaas Sol. Het tweede vergrijp in 1884 was van ernstiger aard. Nicolaas
zou zich namelijk lasterlijk heb uitgelaten over Adrianus Willekens die
toen net 2 jaar burgemeester was in Reusel. Willekens tolereerde dat gedrag
niet en hij stelde op 3 januari 1885 een proces-verbaal op.
Hebt u ook belangstelling gekregen voor een abonnement van De Schééper?
Een abonnement op De Schééper kost per jaar ƒ 19,50 (binnen Reusel) en ƒ
30,50 (binnen Nederland i.v.m. portokosten). Losse nummers zijn ook verkrijgbaar
voor ƒ 9,50 per stuk.
Wilt u een abonnement of een los exemplaar bestellen? Dat kan:
-schriftelijk : Heemkunde Werkgroep Reusel Postbus 95 5540 AB Reusel
-e-mail : heemkunde.reusel@hetnet.nl