Barakkenkamp Lage Mierde
ACTIVITEITEN
Kamp Lage Mierde
Op deze locatie werd in de jaren dertig een barakkenkamp gebouwd voor de huisvesting van arbeiders die hier in het kader van werkverschaffing de heide ontgonnen. Tijdens de Duitse bezetting schijnen er ook Joodse mannen te werk te zijn gesteld. In de nasleep van Operatie Market Garden werden in 1944 Gelderse evacués ondergebracht. Later zaten in het kamp NSB’ers opgesloten. In het Openluchtmuseum Arnhem staat één van de barakken welke in de jaren vijftig tot zestig ook nog werden bewoond door Molukse gezinnen.
Het barakkenkamp Lage Mierde is pas in 1940 gereedgekomen. De eerste bewoners waren werkeloze havenarbeiders uit Rotterdam, zij moesten de woeste gronden in onze gemeente omzetten tot vruchtbare akkergronden. Dit gebeurde met een schop en met kleine lorries op smalspoor, deze spoorstaven zijn later bij veel boeren op het bedrijf gebruikt.
Later hebben de Duitsers het kamp in gebruik genomen als Arbeidsdienstkamp met het nummer 434. Georg Visser kwam op 7 januari 1944 aan in kamp Lage Mierde, hier kreeg hij opleiding en werd hij tewerkgesteld. Op 22 februari 1944 werden ze overgeplaatst naar kamp Mookerheide om in Nijmegen puin te ruimen na het bombardement op deze stad. De laatste weken van de 5½ maand NAD zat hij weer in Lage Mierde. Het kamp bleef steeds bewaakt door Duitse militairen.
Op dolle dinsdag zijn de Duitse militairen gevlucht en inwoners van Lage Mierde hebben bruikbare spullen uit het kamp gehaald. Vanaf september 1944 tot na de algehele bevrijding van Nederland op 5 mei 1945 waren Hooge en Lage Mierde en Hulsel toevluchtsoord voor grote aantallen evacués.
Het kamp in 1940
In de maanden september en oktober 1944 waren het voornamelijk mensen uit de naburige dorpen Hulsel, Reusel en Hilvarenbeek die vanwege zware gevechten hun woonplaats moesten ontvluchten en een goed heenkomen zochten in het relatief veilige Hooge Mierde en Lage Mierde. In november 1944 werd de gemeente “overspoeld” door evacués uit de regio Nijmegen die hier tot begin april 1945 verbleven.
Op 8 november 1944, een druilerige woensdagmiddag, kwamen ongeveer 600 dodelijk vermoeide evacués uit Beek-Ubbergen, Groesbeek en Berg en Dal op Engelse legertrucks in de gemeente aan. De dag erna arriveerde eenzelfde aantal mensen die vanwege de verwachte grote confrontatie tussen het Duitse en het geallieerde leger hun woonplaats hadden moeten verlaten. Voor de eerste opvang en voor de persoonsregistratie werden de evacués naar het barakkenkamp aan het Vloeieind te Lage Mierde overgebracht.
Bij aankomst van de evacués bleek het kamp totaal te zijn leeggeplunderd zodat met zeer beperkte middelen een centrale keuken moest worden opgezet. De voedselvoorziening was de eerste dagen hopeloos en onder het grote aantal evacués heerste dan ook complete chaos. Ouders zochten hun kinderen en omgekeerd. Wanhopig trachtte men een slaapplaats te vinden op de strolegers in de barakken. Tegen een dergelijke grote stroom vluchtelingen leek de kleine gemeente in organisatorisch opzicht niet opgewassen!
Barak in het Openluchtmuseum te Arnhem
Na de oorlog werd het weer een woonoord voor de DUW, de Dienst Uitvoerende Werken, de werkverschaffing. Het kamp is nog even in gebruik geweest als vakantieoord voor missionarissen uit Rotterdam.
Van 1954 tot 1962 hebben hier 18 Molukse families gewoond. Dit is de reden dat de laatste barak die hier nog stond, de beheerderswoning met de gaarkeuken, herbouwd is op het Openluchtmuseum te Arnhem.