Stenen der Zaligheden
ACTIVITEITEN
Het monument de Stenen der Zaligheden werd in 2001 door de Heemkunde Werkgroep Reusel gerealiseerd bij de Grote Cirkel in Reusel. Dit cultuurhistorisch object bestaat uit een geografische formatie van natuurstenen, die de dorpen van de Acht Zaligheden op schaal weergeeft. Acht grote natuurstenen zijn op het grasveld zo geformeerd (op schaal en in windrichting) dat ze de acht dorpjes verbeelden die deel uitmaken van de Acht "Seligheden": Hulsel, Netersel, Wintelre (Wintersel), Knegsel, Eersel, Duizel, Steensel en Reusel.
Locatie: op de meest zuidelijke picknickplaats van de Grote Cirkel. Aan het fietspad tussen fietsknooppunt 15 en 2.
De Acht Zaligheden is niet alleen een spottende verwijzing naar de armoede in de Kempen. Het is ook een verwijzing naar de Acht Zaligheden zoals deze zijn omschreven in de Bijbel. Daarin verteld de evangelist Mattheüs aan Jezus van Nazareth dat hij op een zekere dag samen met zijn leerlingen op de top van een heuvel belandt. Vanaf die plek hield hij een rede, de zogenaamde Bergrede. Jezus somt op welke de acht Zaligsprekingen of Zaligheden zijn om zalig te worden. Het woord 'zalig' is in de loop der jaren vervangen voor het woord 'gelukkig'.
De Bergrede door Carl Bloch (1877)
Naast de historische naamsverklaring zou de term Zaligheden ook een verbastering kunnen zijn van het Oudnederlandse Sheligheden, wat verwijst naar het achtervoegsel -sel. Dat is dan weer afgeleid van het Latijnse "sele", op zijn beurt een verbastering van sala, wat woning of hoofdverblijf betekent.
De dorpen van de Acht Zaligheden hebben elk, in een verkorte variant, hun eigen Zaligheid toegewezen gekregen bij het monument van de Stenen der Zaligheden te Reusel:
Wintersel: (Tegenwoordig Wintelré) de arme van geest.
1. Zalig zijn de armen van geest; want hunner is het Koninkrijk der hemelen.
Eersel: de zachtmoedige.
2. Zalig zijn de zachtmoedigen; want zij zullen het aardrijk beërven.
Duisel: (Tegenwoordig Duizel) de treurende.
3. Zalig zijn zij die treuren; want zij zullen vertroost worden.
Hulsel: de hongerige naar gerechtigheid.
4. Zalig zijn zij die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid; want zij zullen verzadigd worden.
Reusel: de barmhartige.
5. Zalig zijn de barmhartigen; want zij zullen barmhartigheid ondervinden.
Steensel: de zuivere van hart.
6. Zalig zijn de zuiveren van hart; want zij zullen God zien.
Knegsel: de vreedzame.
7. Zalig zijn de vreedzamen; want zij zullen Gods kinderen genaamd worden.
Netersel: de vervolgde.
8. Zalig zijn zij die vervolgd worden om der gerechtigheid wil; want hunner is het Koninkrijk der hemelen.